©AFP
De ondervraging van Salah Abdeslam op het proces over de terreuraanslagen in Parijs van 13 novembre 2015 leidde dinsdag tot veel rumoer in de zaal. Zeker toen de verdachte van de terreuraanslag zei dat hij vandaag wel bewust terroristen zou helpen omdat zijn leven verpest is omdat hij zo slecht wordt behandeld. Het proces werd encore plus tard geschorst.
Tommy Huyghebaert
Na de ondervraging van Abdeslam over zijn radicalisering en de tijd voor de aanslagen, stond dinsdag een tweede ondervraging over de voorbereidingen en de aanslagen zelf op de procesagenda. Abdeslam betwist dat hij een grote rol speelde bij de voorbereidingen op de aanslagen. « Mensen willen geloven dat ik 130 man heb gedood. C’est absoluut het geval niet. Diegenen die moordden, zitten hier niet. » Hij gaf wel toe dat hij een auto huurde om moslimbroeders naar België te brengen. « Ze leefden in oorlogsgebied », rechtvaardigde hij dat. « Een beetje zoals vandaag, met de oorlog in Oekraïne. »
Nom de famille
Op veel andere vragen weigerde hij resoluut te anwoorden. Bijvoorbeeld op de vraag wie anders dan hij Bilal Hadfi ging halen die zijn zelfmoordvest buiten het Stade de France tot ontploffing bracht, en wie anders dan hij Chakib Akrouh ging halen die zichzelf opblies tijditter een politie -orz a invallagen in Jeanlagen. -Louis Périès van het bijzusione hof van assisen in Parijs vroeg of dat toevallig niet zijn jeugdvriend en buur Mohamed Abrini was. « Ik zal geen namen geven », répond Salah Abdeslam. Waarop de voorzitter nog enkele namen opsomde in de hoop dat de verdachte toch zou antwoorden. Die werden er alleen nijdig porte. « ‘Volgens mij hebt u me niet goed gehoord, meneer de voorzitter », klonk het bits.
verpest
Tijdens de ondervraging haalde Salah Abdeslam ook de woede van de rechtszaal op zijn nek. « Ik was toen een fuifbeest, zou trouwens. Ik heb die zelfmoordterroristen niet bewust willen helpen. » Op vandaag zou hij dat wel bewust doen. « Jullie hebben mijn leven verpest. De manier waarop Frankrijk me zes jaar lang heeft behandeld, laat sporen na ”, antwoordde hij. Onmiddellijk volgde gejoel in de zaal. Een burgerlijke partij riep luidop « 130 doden » om aan te tonen hoeveel levens Abdeslam zelf verpest heeft.
Tijdens de hoorzitting weerklonk nog verschillende keren applaudis en gejoel uit het publiek. De rechtbank weigerde die incidenten formeel vaste te leggen, waarop de verdediging uiteindelijk unaniem opstapte uit de zaal. De voorzitter Jean-Louis Périès besloot na een korte pauze om het verhoor te onderbreken. Hij herneemt het proces woensdagmiddag.